1. Jantje en zijn oma zijn aan het wandelen. Jantje ziet een briefje van 50euro en wil het pakken. "Alles wat op straat ligt is vuilnis en je mag dat niet pakken!" Zegt zijn oma. Ze lopen verder. Dan glijd zijn oma uit. "Help me dan toch!" Zegt zijn oma. "Nee." Zegt Jantje. "Alles wat op straat ligt is vuilnis en ik mag dat niet oprapen."
2. Er is een gevangenis. 's Avonds komt de politie langs voor het avondeten. Aan de eerste gevangene aangekomen vraagt de politie: " Hoe hoog kan jij springen?" "Een meter." antwoord de gevangene."Dan krijg jij één boterham." antwoord de politie. De politie gaat verder. Bij de tweede gevangene vraagt hij weer:" Hoe hoog kan jij springen?" "Twee meter." antwoord de gevangene. "Dan krijg jij twee boterhammen." zegt de politie. Maar de derde boef heeft alles gezien: hoe hoger dat jekan springen, hoe meer boterhammen je krijgt. Dan komt de politie bij de derde gevangene. Weer vraagt hij: "Hoe hoog kan jij springen?" "Tien meter!" antwoord hij." Snel, snek, hij kan ontsnappen!" Roept de politie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten